Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 76 стр.

UptoLike

Составители: 

76
(игра); onderbreken прерывать, перебивать; benieuwd zijn (naar)
испытывать любопытство (к чему-л.).
2. Aanvullende woordenlijst:
af/lopen заканчиваться, hoe zal dat ~? чем это закончится? de wekker loopt
af звенит будильник; doe het, anders loopt het slecht met je af сделай это,
иначе для тебя это плохо закончится; het speelgoed: een stuk ~ - игрушка.
3. Antwoord op de volgende vragen:
1.
Waar ging Jan met zijn moeder naar toe? 2. Waarom was hij opgewonden?
3.
Moesten Jan en zijn moeder lang wachten tot ze de Kerstman konden zien? 4. Wat
vroeg de Kerstman aan Jan? 5. Wat wilde Jan voor Kerstmis hebben? 6. Waarom
onderbrak de Kerstman Jan? 7. Waarom vroeg Jan zoveel? 8. Denk je dat hij het
allemaal krijgt? 9. Wat zou je Jan willen aanraden?
4. Vertaal in het Russisch:
1. We moeten in de rij gaan staan. 2. Ze hoeven niet lang in de rij te staan. 3. Ik hoef
je niet te zeggen hoe belangrijk dat is. 4. Wie is (er) aan de beurt? 5. Nu ben ik aan de
beurt. 6. Ze werken (/rijden) om de beurt. 7. Ik ben benieuwd hoe het afloopt. 8. Ik
ben er helemaal niet benieuwd naar.
5. Vertel de tekst na.
6. Vertaal in het Nederlands:
1. На Рождество он получил много подарков. 2. Они идут в магазин, чтобы
купить игрушки. 3. Наконец-то ты пришёл. 4. Не перебивай меня. 5. Теперь
твоя очередь. 6. Тебе не надо так волноваться. 7. Мне интересно, как всё
закончилось. 8. Дедушка делает для внука игрушечную машину. 9. Она
ушла, ничего не говоря. 10. Не говоря ни слова, он уезжает.
7. Conversatie:
Anneke heeft een kleine neef. Binnenkort is hij jarig. Dan is hij vijf. Anneke zoekt een
passend cadeau voor haar neef. Maar ze heeft nog niets gevonden.
Kees heeft een kleine nicht. Zij is pas zes. Over een week is ze ook jarig. Kees weet
niet wat hij haar kan geven.
Wat kan jij Anneke en Kees aanraden?
8. Lees de tekst “Sint-Nicolaas (70.18).
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      (игра); onderbreken – прерывать, перебивать; benieuwd zijn (naar) –
                      испытывать любопытство (к чему-л.).

                      2. Aanvullende woordenlijst:
                      af/lopen – заканчиваться, hoe zal dat ~? – чем это закончится? de wekker loopt
                      af – звенит будильник; doe het, anders loopt het slecht met je af – сделай это,
                      иначе для тебя это плохо закончится; het speelgoed: een stuk ~ - игрушка.

                      3. Antwoord op de volgende vragen:
                      1. Waar ging Jan met zijn moeder naar toe? 2. Waarom was hij opgewonden?
                      3. Moesten Jan en zijn moeder lang wachten tot ze de Kerstman konden zien? 4. Wat
                      vroeg de Kerstman aan Jan? 5. Wat wilde Jan voor Kerstmis hebben? 6. Waarom
                      onderbrak de Kerstman Jan? 7. Waarom vroeg Jan zoveel? 8. Denk je dat hij het
                      allemaal krijgt? 9. Wat zou je Jan willen aanraden?

                      4. Vertaal in het Russisch:
                      1. We moeten in de rij gaan staan. 2. Ze hoeven niet lang in de rij te staan. 3. Ik hoef
                      je niet te zeggen hoe belangrijk dat is. 4. Wie is (er) aan de beurt? 5. Nu ben ik aan de
                      beurt. 6. Ze werken (/rijden) om de beurt. 7. Ik ben benieuwd hoe het afloopt. 8. Ik
                      ben er helemaal niet benieuwd naar.

                      5. Vertel de tekst na.

                      6. Vertaal in het Nederlands:
                      1. На Рождество он получил много подарков. 2. Они идут в магазин, чтобы
                      купить игрушки. 3. Наконец-то ты пришёл. 4. Не перебивай меня. 5. Теперь
                      твоя очередь. 6. Тебе не надо так волноваться. 7. Мне интересно, как всё
                      закончилось. 8. Дедушка делает для внука игрушечную машину. 9. Она
                      ушла, ничего не говоря. 10. Не говоря ни слова, он уезжает.

                      7. Conversatie:
                      Anneke heeft een kleine neef. Binnenkort is hij jarig. Dan is hij vijf. Anneke zoekt een
                      passend cadeau voor haar neef. Maar ze heeft nog niets gevonden.
                      Kees heeft een kleine nicht. Zij is pas zes. Over een week is ze ook jarig. Kees weet
                      niet wat hij haar kan geven.
                      Wat kan jij Anneke en Kees aanraden?

                      8. Lees de tekst “Sint-Nicolaas” (70.18).




                                                                                                           76




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com