Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 78 стр.

UptoLike

Составители: 

78
HUISWERK
1. Woordenlijst:
de koning король; de koningin королева; het koninkrijk королевство;
trouwen (met) жениться (на), выходить замуж (за); het kristal хрусталь; de
diamant бриллиант; de bontmantel шуба; de arrenslee прогулочные сани;
klingelen звенеть; de onderdaan (-danen) подданный; smelten 1. (hebben)
расплавить, 2. (zijn) расплавиться, таять; toe/stemmen соглашаться,
одобрять; wie zwijgt, stemt toe молчание знак согласия; aardig милый,
приятный, порядочный; ik vind haar ~ - она мне нравится; de buren zijn ~ voor
haar соседи к ней хорошо относятся; dankbaar благодарный; de mens
человек, het mens разг. женщина: met dat mens (= vrouw) heb ik niets te maken
с этой женщиной у меня нет ничего общего; hij is een goed mens; hij is een
ander mens geworden; hij is een bijzonder mens; waardig достойный; de woning
квартира, жилище, жильё; de zijde шёлк; het satijn атлaс; het volk (-en/ -
eren) народ; waarderen ценить; ik doe alles voor haar, maar ze waardeert het
niet; rechtvaardig справедливо; regeren править; zich druk maken (over)
волноваться (о чём-л.); waar gaat het om? о чём идёт речь?
2. Aanvullende woordenlijst:
kletsen (over) болтать, сплетничать (о): ze kletst graag; de hele stad kletst erov-
er; jaloers zijn (op) ревновать, завидовать; op/houden (met) прекратить; hij
hield op met roken (/met zijn studie) он бросил курить (/бросил учёбу); om nog
maar te zwijgen van... не говоря уже о ...; in alle talen zwijgen молчать, не
давать о себе знать (сравни: ни слуху, ни духу; ни ответа, ни привета); de
merkkleren фирменная одежда; het huwelijk брак, супружество, iemand ten
h. vragen делать кому-л. предложение, een h. uit liefde (berekening) брак по
любви (расчёту); de bruid невеста; de bruidegom жених; de bruiloft
свадьба; de huwelijksreis свадебное путешествие.
3. Goed of fout?
1. Ans wil Sneeuwkoningin worden. 2. Ze is met de IJskoning getrouwd. 3. Karla
woont in een kasteel van kristal. 4. Ans draagt een witte jurk en een witte bontmantel.
5. De onderdanen van de Sneeuwkoningin geven haar een gouden arrenslee. 6.
Karla heeft altijd koude handen en haar neus is altijd rood. 7. Karla is jaloers op het
koninkrijk van Ans en wil het smelten. 8. Ans belooft Karla dat ze niet met de IJsko-
ning gaat trouwen. 9. Lia wil rijk worden. 10. Ze woont in een paleis. 11. Het volk
waardeert haar omdat ze rechtvaardig regeert. 12. Lia kan later ook in een arme hut
wonen. 13. Het belangrijkste voor haar is geluk.
4. Schrijf de vormen van de volgende werkwoorden op:
smelten, waarderen, regeren, op/houden, onderbreken, aflopen.
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      HUISWERK

                      1. Woordenlijst:
                      de koning – король; de koningin – королева; het koninkrijk – королевство;
                      trouwen (met) – жениться (на), выходить замуж (за); het kristal – хрусталь; de
                      diamant – бриллиант; de bontmantel – шуба; de arrenslee – прогулочные сани;
                      klingelen – звенеть; de onderdaan (-danen) – подданный; smelten – 1. (hebben)
                      расплавить, 2. (zijn) расплавиться, таять; toe/stemmen – соглашаться,
                      одобрять; wie zwijgt, stemt toe – молчание – знак согласия; aardig – милый,
                      приятный, порядочный; ik vind haar ~ - она мне нравится; de buren zijn ~ voor
                      haar – соседи к ней хорошо относятся; dankbaar – благодарный; de mens –
                      человек, het mens – разг. женщина: met dat mens (= vrouw) heb ik niets te maken
                      – с этой женщиной у меня нет ничего общего; hij is een goed mens; hij is een
                      ander mens geworden; hij is een bijzonder mens; waardig – достойный; de woning
                      – квартира, жилище, жильё; de zijde – шёлк; het satijn – атлaс; het volk (-en/ -
                      eren) – народ; waarderen – ценить; ik doe alles voor haar, maar ze waardeert het
                      niet; rechtvaardig – справедливо; regeren – править; zich druk maken (over) –
                      волноваться (о чём-л.); waar gaat het om? – о чём идёт речь?

                      2. Aanvullende woordenlijst:
                      kletsen (over) – болтать, сплетничать (о): ze kletst graag; de hele stad kletst erov-
                      er; jaloers zijn (op) – ревновать, завидовать; op/houden (met) – прекратить; hij
                      hield op met roken (/met zijn studie) – он бросил курить (/бросил учёбу); om nog
                      maar te zwijgen van... – не говоря уже о ...; in alle talen zwijgen – молчать, не
                      давать о себе знать (сравни: ни слуху, ни духу; ни ответа, ни привета); de
                      merkkleren – фирменная одежда; het huwelijk – брак, супружество, iemand ten
                      h. vragen – делать кому-л. предложение, een h. uit liefde (berekening) – брак по
                      любви (расчёту); de bruid – невеста; de bruidegom – жених; de bruiloft –
                      свадьба; de huwelijksreis – свадебное путешествие.

                      3. Goed of fout?
                      1. Ans wil Sneeuwkoningin worden. 2. Ze is met de IJskoning getrouwd. 3. Karla
                      woont in een kasteel van kristal. 4. Ans draagt een witte jurk en een witte bontmantel.
                      5. De onderdanen van de Sneeuwkoningin geven haar een gouden arrenslee.              6.
                      Karla heeft altijd koude handen en haar neus is altijd rood. 7. Karla is jaloers op het
                      koninkrijk van Ans en wil het smelten. 8. Ans belooft Karla dat ze niet met de IJsko-
                      ning gaat trouwen. 9. Lia wil rijk worden. 10. Ze woont in een paleis. 11. Het volk
                      waardeert haar omdat ze rechtvaardig regeert. 12. Lia kan later ook in een arme hut
                      wonen. 13. Het belangrijkste voor haar is geluk.

                      4. Schrijf de vormen van de volgende werkwoorden op:
                      smelten, waarderen, regeren, op/houden, onderbreken, aflopen.

                                                                                                         78




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com