ВУЗ:
Составители:
Рубрика:
80
“Lekker ijs,” zegt de kleine Wen en wijst naar de ijscokar. “Ik wil een ijsje!”
roept Pim.
Plotseling stopt Pepe. Hij heeft een fantastisch idee. “Een ijsje?” zegt hij. “We
verstoppen ons in de ijscokar. Daar zoekt niemand ons.”
“Da’s een prima idee!” zegt Wen. “Maar hoe wil je dat doen? De ijsverkoper
mag het niet zien…”
“Dat is geen probleem. Laat het aan mij over,” zegt Pepe.
Ze komen bij de ijscokar en Pepe bestelt drie grote ijsjes.
“Zeker heren,” zegt Calimero. Vlug maakt hij een ijsje met drie ballen en
geeft het aan Pepe. “En hier zijn er nog twee. Dat is dan drie gulden.”
Pepe geeft een briefje van vijfduizend gulden aan Calimero. “Hier. Ik heb
geen kleingeld.”
“Dat kan ik niet wisselen,” zegt Calimero. “Kunt u even wachten? Ik ga wel
even naar de supermarkt om te wisselen. Ik ben zo terug.”
“Ja hoor, we wachten wel,” zegt Pepe.
Als Calimero weg is, duiken de ratten bliksemsnel in de ijscokar en verstop-
pen zich.
Calimero heeft het geld gewisseld en komt terug. “Zo, dat was moeilijk, heren.
Maar ik heb het wisselgeld.” Maar Calimero ziet niemand meer. Zijn de klanten
weggegaan zonder op hun geld te wachten? Calimero snapt er niks van.
HUISWERK (1)
1. Woordenlijst:
de ijscoman – продавец мороженого; de haan – петух; de baan – работа; bij/
verdienen – подработать; de zoon – сын; de ijscokar – тележка с мороженым;
op zoek zijn = zoeken; de klant – клиент; aan/bieden – предлагать; de waar –
товар; de citroen (-en) – лимон; de aardbeien (meervoud) – клубника; de pis-
tache – фисташка; de zonnehoed – панама, шляпа от солнца; de zonnebril –
солнечные очки; bedienen – обслуживать; ik ben zo terug – я сейчас вернусь;
de koopman (-lieden) – купец, торговец; de lol – удовольствие, забава; allerlei
– всякий, самый разнообразный; de rat - крыса; komen aanrennen –
примчаться; alsof ze achterna gezeten worden – как будто за ними кто-то
гонится; de hitte – жара; plotseling – вдруг; fantastisch – фантастический; zich
verstoppen – спрятаться; da’s = dat is; over/laten (iets aan iem.) – предоставлять
(что-л., кому-л.); bestellen – заказывать; het kleingeld – мелкие деньги, мелочь;
wisselen – разменять; bliksemsnel – быстро, как молния; moeilijk – трудный;
het wisselgeld – сдача; niks – разгов. = niets.
2. Aanvullende woordenlijst:
het plan (-nen) – план; goed/keuren – утвердить, одобрять, признать пригод-
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
“Lekker ijs,” zegt de kleine Wen en wijst naar de ijscokar. “Ik wil een ijsje!”
roept Pim.
Plotseling stopt Pepe. Hij heeft een fantastisch idee. “Een ijsje?” zegt hij. “We
verstoppen ons in de ijscokar. Daar zoekt niemand ons.”
“Da’s een prima idee!” zegt Wen. “Maar hoe wil je dat doen? De ijsverkoper
mag het niet zien…”
“Dat is geen probleem. Laat het aan mij over,” zegt Pepe.
Ze komen bij de ijscokar en Pepe bestelt drie grote ijsjes.
“Zeker heren,” zegt Calimero. Vlug maakt hij een ijsje met drie ballen en
geeft het aan Pepe. “En hier zijn er nog twee. Dat is dan drie gulden.”
Pepe geeft een briefje van vijfduizend gulden aan Calimero. “Hier. Ik heb
geen kleingeld.”
“Dat kan ik niet wisselen,” zegt Calimero. “Kunt u even wachten? Ik ga wel
even naar de supermarkt om te wisselen. Ik ben zo terug.”
“Ja hoor, we wachten wel,” zegt Pepe.
Als Calimero weg is, duiken de ratten bliksemsnel in de ijscokar en verstop-
pen zich.
Calimero heeft het geld gewisseld en komt terug. “Zo, dat was moeilijk, heren.
Maar ik heb het wisselgeld.” Maar Calimero ziet niemand meer. Zijn de klanten
weggegaan zonder op hun geld te wachten? Calimero snapt er niks van.
HUISWERK (1)
1. Woordenlijst:
de ijscoman – продавец мороженого; de haan – петух; de baan – работа; bij/
verdienen – подработать; de zoon – сын; de ijscokar – тележка с мороженым;
op zoek zijn = zoeken; de klant – клиент; aan/bieden – предлагать; de waar –
товар; de citroen (-en) – лимон; de aardbeien (meervoud) – клубника; de pis-
tache – фисташка; de zonnehoed – панама, шляпа от солнца; de zonnebril –
солнечные очки; bedienen – обслуживать; ik ben zo terug – я сейчас вернусь;
de koopman (-lieden) – купец, торговец; de lol – удовольствие, забава; allerlei
– всякий, самый разнообразный; de rat - крыса; komen aanrennen –
примчаться; alsof ze achterna gezeten worden – как будто за ними кто-то
гонится; de hitte – жара; plotseling – вдруг; fantastisch – фантастический; zich
verstoppen – спрятаться; da’s = dat is; over/laten (iets aan iem.) – предоставлять
(что-л., кому-л.); bestellen – заказывать; het kleingeld – мелкие деньги, мелочь;
wisselen – разменять; bliksemsnel – быстро, как молния; moeilijk – трудный;
het wisselgeld – сдача; niks – разгов. = niets.
2. Aanvullende woordenlijst:
het plan (-nen) – план; goed/keuren – утвердить, одобрять, признать пригод-
80
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
Страницы
- « первая
- ‹ предыдущая
- …
- 78
- 79
- 80
- 81
- 82
- …
- следующая ›
- последняя »
