Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 185 стр.

UptoLike

Составители: 

185
Pinokkio zuchtte diep en zei zachtjes: Goed, ik ga mee.”
De koets was al vol en daarom probeerde Pinokkio op de rug van een van de
ezels te klimmen. Het dier ging onmiddellijk op zijn achterste poten staan en
Pinokkio viel op de grond.
Alle jongens in de koets hadden grote pret toen Pinokkio opnieuw op de ezel
klom en het dier hem weer van zijn rug gooide.
De koetsier werd heel boos. Hij sprong van de koets en gaf de ezel een harde
klap met zijn zweep. Daarna tilde hij Pinokkio op de rug van de ezel.
Zo gingen ze op reis. De ezel huilde de hele nacht. En hij fluisterde steeds
tegen Pinokkio: Domme pop! Op een dag zul jij ook huilen. Wacht maar af.”
Net toen de zon opkwam, stopte de koets. Ze waren in Speelgoedland aangeko-
men.
Wat was dat een leuk land! Overal waar Pinokkio keek, zag hij jongens spelen.
Ze renden en sprongen, schreeuwden en lachten. Ze fietsten en speelden met
ballen en allerlei ander speelgoed. Sommige jongens waren als soldaatje verk-
leed en andere als clown. Er waren speelplaatsen en draaimolens, zandbakken
en theaters.
Alle jongens sprongen uit de koets en begonnen meteen te spelen. Wat waren
ze allemaal blij!
De weken gingen snel voorbij. Pinokkio speelde de hele dag. Hij had er nog
geen minuut spijt van gehad dat hij van huis was weggegaan. “Wat is het hier
fijn! zei Pinokkio.
Het is maar goed dat ik je vriendje ben, zei Luciferhoutje. “Want anders
was je teruggegaan naar de fee.”
OPDRACHTEN (1)
1. Luister naar de tekst en antwoord op de vragen van uw docent.
2. Lees de tekst. Kijk de woordenlijst door en zoek de woorden die u niet kent in
uw woordenboek op:
een feest geven, wegblijven, langskomen, vroeg: van s morgens ~ tot s avonds laat,
het geschal, de ezel, leren (van leder), de laars, de koetsier, de vent, afwachten, de
zandbak, het schepje, over een sterk karakter beschikken, afslaan, links afslaan, recht-
door, blokkeren, zich installeren, op zakenreis gaan.
3. Deel de tekst in. Schrijf de sleutelwoorden op. Vertel de tekst met behulp van
uw indeling en de sleutelwoorden na.
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      Pinokkio zuchtte diep en zei zachtjes: “Goed, ik ga mee.”
                      De koets was al vol en daarom probeerde Pinokkio op de rug van een van de
                      ezels te klimmen. Het dier ging onmiddellijk op zijn achterste poten staan en
                      Pinokkio viel op de grond.
                      Alle jongens in de koets hadden grote pret toen Pinokkio opnieuw op de ezel
                      klom en het dier hem weer van zijn rug gooide.
                      De koetsier werd heel boos. Hij sprong van de koets en gaf de ezel een harde
                      klap met zijn zweep. Daarna tilde hij Pinokkio op de rug van de ezel.
                      Zo gingen ze op reis. De ezel huilde de hele nacht. En hij fluisterde steeds
                      tegen Pinokkio: “Domme pop! Op een dag zul jij ook huilen. Wacht maar af.”
                      Net toen de zon opkwam, stopte de koets. Ze waren in Speelgoedland aangeko-
                      men.
                      Wat was dat een leuk land! Overal waar Pinokkio keek, zag hij jongens spelen.
                      Ze renden en sprongen, schreeuwden en lachten. Ze fietsten en speelden met
                      ballen en allerlei ander speelgoed. Sommige jongens waren als soldaatje verk-
                      leed en andere als clown. Er waren speelplaatsen en draaimolens, zandbakken
                      en theaters.
                      Alle jongens sprongen uit de koets en begonnen meteen te spelen. Wat waren
                      ze allemaal blij!
                      De weken gingen snel voorbij. Pinokkio speelde de hele dag. Hij had er nog
                      geen minuut spijt van gehad dat hij van huis was weggegaan. “Wat is het hier
                      fijn!” zei Pinokkio.
                      “Het is maar goed dat ik je vriendje ben,” zei Luciferhoutje. “Want anders
                      was je teruggegaan naar de fee.”


                      OPDRACHTEN (1)

                      1. Luister naar de tekst en antwoord op de vragen van uw docent.

                      2. Lees de tekst. Kijk de woordenlijst door en zoek de woorden die u niet kent in
                      uw woordenboek op:
                      een feest geven, wegblijven, langskomen, vroeg: van ‘s morgens ~ tot ’s avonds laat,
                      het geschal, de ezel, leren (van leder), de laars, de koetsier, de vent, afwachten, de
                      zandbak, het schepje, over een sterk karakter beschikken, afslaan, links afslaan, recht-
                      door, blokkeren, zich installeren, op zakenreis gaan.

                      3. Deel de tekst in. Schrijf de sleutelwoorden op. Vertel de tekst met behulp van
                      uw indeling en de sleutelwoorden na.

                                                                                                         185




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com