Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 169 стр.

UptoLike

Составители: 

169
ze tenminste dat Pinokkio leefde. Hij wordt wel beter, zei de uil. Ik denk
dat we nu wel weg kunnen gaan.”
De fee legde haar hand op het voorhoofd van Pinokkio. Hij had nog koorts en
dus maakte ze een drankje voor hem. Maar omdat het heel vies smaakte, wil-
de Pinokkio het drankje niet innemen.
De vriendelijke fee gaf hem toen eerst wat suiker om de vieze smaak weg te
nemen. Pinokkio at wel de suiker op, maar hij wilde daarna het drankje niet
innemen.
OPDRACHTEN (1)
1. Luister naar de tekst en antwoord op de vragen van uw docent.
2. Lees de tekst. Kijk de woordenlijst door en zoek de woorden die u niet kent in
uw woordenboek op:
de heuvel, de herberg, de middernacht: om m., opkomen, de patrijs, de waard, opgaan,
ondergaan, de ster, schuilgaan, griezelig, dichtbegroeid, het geritsel, de gedaante, de
rover, overblijven, de brand: in b. steken, vastpakken, dapper, rinkelen, grommen,
vanzelf, de adem: a. halen, duizend, de koets, de poedel, de uil, de kraai, ongerust: ~
zijn; zijn toestand maakt ons ~; de moeder maakt zich ernstig ~ over zijn ziekte; maak
je niet ~, eerder, de deugniet, het verdriet: iem. veel v. doen, het voorhoofd, de suiker,
belangstelling hebben (voor), zich belachelijk maken, vorderingen maken .
3. Deel de tekst in. Schrijf de sleutelwoorden op. Vertel de tekst met behulp van
uw indeling en de sleutelwoorden na.
4. Maak zinnen met de volgende woorden:
want, doen als of, bedroefd, arresteren, de baas, beklimmen, het behulp, de baan, be-
wijzen, klagen, voor het laatst, zullen, zich wassen, vooruitgaan, vervullen, verbaasd,
belachelijk, kiezen, de spikerbroek, de schik, het gemak, uitschelden, net als.
5. Vertaal in het Nederlands:
1.
Всё хорошо и отлично, но почему я один должен оплачивать счёт?
2.
Пора спать, завтра нас рано разбудят. 3. Что с ней? Не беспокойся.
Ничего страшного (erg). 4. В такой ситуации я бы не думала долго (aarzelen),
я бы согласилась на эту работу. 5. Что с ним? У него такой расстроенный
вид. 6. Она делает вид, что её это не интересует. 7. Эту блузку я уже не могу
одевать. Она уже не модная.
Я не хочу выставлять себя на посмешище.
8.
Если бы у меня было больше денег, я купила бы эту шубу. 9. Чего бы он
ни обещал, ты не должна забывать, что ему нельзя верить. 10. Молодец! Ты
делаешь успехи в русском языке.
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      ze tenminste dat Pinokkio leefde. “Hij wordt wel beter,” zei de uil. “Ik denk
                      dat we nu wel weg kunnen gaan.”
                      De fee legde haar hand op het voorhoofd van Pinokkio. Hij had nog koorts en
                      dus maakte ze een drankje voor hem. Maar omdat het heel vies smaakte, wil-
                      de Pinokkio het drankje niet innemen.
                      De vriendelijke fee gaf hem toen eerst wat suiker om de vieze smaak weg te
                      nemen. Pinokkio at wel de suiker op, maar hij wilde daarna het drankje niet
                      innemen.


                      OPDRACHTEN (1)

                      1. Luister naar de tekst en antwoord op de vragen van uw docent.

                      2. Lees de tekst. Kijk de woordenlijst door en zoek de woorden die u niet kent in
                      uw woordenboek op:
                      de heuvel, de herberg, de middernacht: om m., opkomen, de patrijs, de waard, opgaan,
                      ondergaan, de ster, schuilgaan, griezelig, dichtbegroeid, het geritsel, de gedaante, de
                      rover, overblijven, de brand: in b. steken, vastpakken, dapper, rinkelen, grommen,
                      vanzelf, de adem: a. halen, duizend, de koets, de poedel, de uil, de kraai, ongerust: ~
                      zijn; zijn toestand maakt ons ~; de moeder maakt zich ernstig ~ over zijn ziekte; maak
                      je niet ~, eerder, de deugniet, het verdriet: iem. veel v. doen, het voorhoofd, de suiker,
                      belangstelling hebben (voor), zich belachelijk maken, vorderingen maken .

                      3. Deel de tekst in. Schrijf de sleutelwoorden op. Vertel de tekst met behulp van
                      uw indeling en de sleutelwoorden na.

                      4. Maak zinnen met de volgende woorden:
                      want, doen als of, bedroefd, arresteren, de baas, beklimmen, het behulp, de baan, be-
                      wijzen, klagen, voor het laatst, zullen, zich wassen, vooruitgaan, vervullen, verbaasd,
                      belachelijk, kiezen, de spikerbroek, de schik, het gemak, uitschelden, net als.

                      5. Vertaal in het Nederlands:
                      1. Всё хорошо и отлично, но почему я один должен оплачивать счёт?
                      2. Пора спать, завтра нас рано разбудят. 3. Что с ней? – Не беспокойся.
                      Ничего страшного (erg). 4. В такой ситуации я бы не думала долго (aarzelen),
                      я бы согласилась на эту работу. 5. Что с ним? У него такой расстроенный
                      вид. 6. Она делает вид, что её это не интересует. 7. Эту блузку я уже не могу
                      одевать. Она уже не модная. Я не хочу выставлять себя на посмешище.
                      8. Если бы у меня было больше денег, я купила бы эту шубу. 9. Чего бы он
                      ни обещал, ты не должна забывать, что ему нельзя верить. 10. Молодец! Ты
                      делаешь успехи в русском языке.

                                                                                                           169




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com