Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 172 стр.

UptoLike

Составители: 

172
OPDRACHTEN (2)
1. Luister naar de tekst en antwoord op de vragen van uw docent.
2. Lees de tekst. Kijk de woordenlijst door en zoek de woorden die u niet kent in
uw woordenboek op:
de doodskist, de zonde: het is z. van de tijd, verstoppen, inslikken, de ruit: de ruiten
ingooien/ inslaan, jokken, de specht, regelrecht, overkomen, de dwaas, de bedelaar,
graven, begraven, opgraven, de kan, de minuut, de kerk, voorbij zijn, ver: het is zo ~,
de rechtbank, de rechter: voor de rechter stappen, de opperrechter, wijs, meevallen,
tegenvallen, verbazen, het resultaat.
3. Deel de tekst in. Schrijf de sleutelwoorden op. Vertel de tekst met behulp van
uw indeling en de sleutelwoorden na.
4. Maak zinnen met de volgende woorden:
rondkijken, opvolgen, overtuigen, opknappen, zich omkleden zich verkleden, nieuws-
gierig, nodig, het ongeluk, net als, minstens, de mens, meevallen tegenvallen, man-
keren, laten zien, het medelijden, modieus, lastig, de maat, lievelings-.
5. Vertaal in het Nederlands:
1. Зачем (waarom) ты это купил? Жаль (выброшенных) денег. 2. Он разбил
стёкла? Это меня не удивляет. Это на него похоже (net iets voor hem). 3. Не
плачь, могло быть и хуже (meevallen). 4. Это было трудно? Честно говоря, не
очень (meevallen, wel). 5. Как он заработал так много денег? Это ведь непро-
с
то (niet meevallen), не так ли? 6. Учёба даётся нелегко (niet meevallen).
7.
Экзамен мне дался нелегко. 8. Изучать два или три иностранных языка
это не так просто (niet meevallen). 9. Результаты совсем не оправдывают
ожиданий (erg tegenvallen). 10. Это ему не удастся (tegenvallen). 11. Это было
для меня большим разочарованием (erg tegenvallen, perfectum). 12. Если он
не вернёт деньги в установленное время, мы обратимся в суд.
6. Conversatie:
1. U bent op school of op uw werk. Plotseling voelt u zich niet lekker. Wat doet u?
2. Uw baas is bij u op bezoek. Plotseling krijgt u erge hoofdpijn. Wat doet u en waarom?
3. U komt s nachts om vier uur thuis en u moet om zes uur al weer opstaan. Gaat u dan
toch nog slapen? Waarom wel of waarom niet?
7. Video: Pinokkio, deel 1 De geboorte van Pinokkio”.
Kijk naar de video en antwoord op de vragen van uw docent.
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      OPDRACHTEN (2)

                      1. Luister naar de tekst en antwoord op de vragen van uw docent.

                      2. Lees de tekst. Kijk de woordenlijst door en zoek de woorden die u niet kent in
                      uw woordenboek op:
                      de doodskist, de zonde: het is z. van de tijd, verstoppen, inslikken, de ruit: de ruiten
                      ingooien/ inslaan, jokken, de specht, regelrecht, overkomen, de dwaas, de bedelaar,
                      graven, begraven, opgraven, de kan, de minuut, de kerk, voorbij zijn, ver: het is zo ~,
                      de rechtbank, de rechter: voor de rechter stappen, de opperrechter, wijs, meevallen,
                      tegenvallen, verbazen, het resultaat.

                      3. Deel de tekst in. Schrijf de sleutelwoorden op. Vertel de tekst met behulp van
                      uw indeling en de sleutelwoorden na.

                      4. Maak zinnen met de volgende woorden:
                      rondkijken, opvolgen, overtuigen, opknappen, zich omkleden – zich verkleden, nieuws-
                      gierig, nodig, het ongeluk, net als, minstens, de mens, meevallen – tegenvallen, man-
                      keren, laten zien, het medelijden, modieus, lastig, de maat, lievelings-.

                      5. Vertaal in het Nederlands:
                      1. Зачем (waarom) ты это купил? Жаль (выброшенных) денег. 2. Он разбил
                      стёкла? Это меня не удивляет. Это на него похоже (net iets voor hem). 3. Не
                      плачь, могло быть и хуже (meevallen). 4. Это было трудно? Честно говоря, не
                      очень (meevallen, wel). 5. Как он заработал так много денег? Это ведь непро-
                      сто (niet meevallen), не так ли? 6. Учёба даётся нелегко (niet meevallen).
                      7. Экзамен мне дался нелегко. 8. Изучать два или три иностранных языка –
                      это не так просто (niet meevallen). 9. Результаты совсем не оправдывают
                      ожиданий (erg tegenvallen). 10. Это ему не удастся (tegenvallen). 11. Это было
                      для меня большим разочарованием (erg tegenvallen, perfectum). 12. Если он
                      не вернёт деньги в установленное время, мы обратимся в суд.

                      6. Conversatie:
                      1. U bent op school of op uw werk. Plotseling voelt u zich niet lekker. Wat doet u?
                      2. Uw baas is bij u op bezoek. Plotseling krijgt u erge hoofdpijn. Wat doet u en waarom?
                      3. U komt ‘s nachts om vier uur thuis en u moet om zes uur al weer opstaan. Gaat u dan
                      toch nog slapen? Waarom wel of waarom niet?

                      7. Video: “Pinokkio”, deel 1 “De geboorte van Pinokkio”.
                      Kijk naar de video en antwoord op de vragen van uw docent.



                                                                                                         172




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com