Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 174 стр.

UptoLike

Составители: 

174
Als je een wezel ziet, moet je onmiddellijk blaffen, begrepen? zei de boer
en hij ging naar bed. Hij had een kom water en een bot bij Pinokkio neergezet.
Pinokkio ging in het hondenhok liggen. Wat voelde hij zich ongelukkig. Hij
huilde zich in slaap. Even later werd hij weer wakker. Hij zag vier wezels bij
het kippenhok staan. Een van de wezels liep naar het hondenhok.
Goedenavond, Bello, zei de wezel.
Ik ben Bello niet, zei Pinokkio. Hij is dood. Ik ben een pop.”
O, dat geeft niet, zei de wezel. “Luister goed. Met Bello hadden we afge-
sproken dat hij zou doen alsof hij ons niet zag. In ruil daarvoor kreeg hij elke
week een vette kip. Zullen we dat ook met jou afspreken?”
Nou, eh, maar voordat Pinokkio uitgesproken was, hadden de wezels de
deur van het kippenhok al opengemaakt.
De wezels gingen het kippenhok binnen. Vliegensvlug sloeg Pinokkio de deur
achter hen dicht. Hij rolde een grote steen voor de deur en begon te blaffen, zo
hard hij kon.
De boer kwam naar buiten rennen met zijn geweer. Wat was die boer boos.
De vier wezels stopte hij in een zak.
Eindelijk, eindelijk heb ik jullie dan te pakken, lelijke dieven, zei de boer.
De boer was zo blij, dat hij Pinokkio vrij liet. Pinokkio rende weg zo hard hij
kon en hij stopte niet voordat hij in het bos kwam waar de fee woonde.
Maar Pinokkio kon nergens het hutje van de fee vinden. Wel zag hij een marm-
eren grafsteen. Pinokkio las de letters die in het marmer waren gebeiteld:
HIER LIGT DE FEE. ZIJ STIERF VAN VERDRIET OMDAT PINOK-
KIO NIET NAAR HAAR WILDE LUISTEREN”.
OPDRACHTEN (1)
1. Luister naar de tekst en antwoord op de vragen van uw docent.
2. Lees de tekst. Kijk de woordenlijst door en zoek de woorden die u niet kent in
uw woordenboek op: modderig, spuwen, de afstand, overeind komen, vastzitten,
het ijzer: men moet het ~ smeden als het heet is, ijzeren, de klem, urenlang, de boer,
degene, diegene, datgene: ~ wat waar is, is eenvoudig, hetgeen: ~ waar is, is eenvou-
dig, de ketting, de kom, geven: dat geeft niet, afspreken, de afspraak, vliegensvlug, het
marmer, marmeren, de graafsteen, beitelen, ze is er niet, de boodschap overbrengen,
de groeten doen (van).
3. Deel de tekst in. Schrijf de sleutelwoorden in. Vertel de tekst met behulp van
uw indeling en de sleutelwoorden na.
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      “Als je een wezel ziet, moet je onmiddellijk blaffen, begrepen?” zei de boer
                      en hij ging naar bed. Hij had een kom water en een bot bij Pinokkio neergezet.

                      Pinokkio ging in het hondenhok liggen. Wat voelde hij zich ongelukkig. Hij
                      huilde zich in slaap. Even later werd hij weer wakker. Hij zag vier wezels bij
                      het kippenhok staan. Een van de wezels liep naar het hondenhok.
                      “Goedenavond, Bello,” zei de wezel.
                      “Ik ben Bello niet,” zei Pinokkio. “Hij is dood. Ik ben een pop.”
                      “O, dat geeft niet,” zei de wezel. “Luister goed. Met Bello hadden we afge-
                      sproken dat hij zou doen alsof hij ons niet zag. In ruil daarvoor kreeg hij elke
                      week een vette kip. Zullen we dat ook met jou afspreken?”
                      “Nou, eh…,” maar voordat Pinokkio uitgesproken was, hadden de wezels de
                      deur van het kippenhok al opengemaakt.
                      De wezels gingen het kippenhok binnen. Vliegensvlug sloeg Pinokkio de deur
                      achter hen dicht. Hij rolde een grote steen voor de deur en begon te blaffen, zo
                      hard hij kon.
                      De boer kwam naar buiten rennen met zijn geweer. Wat was die boer boos.
                      De vier wezels stopte hij in een zak.
                      “Eindelijk, eindelijk heb ik jullie dan te pakken, lelijke dieven,” zei de boer.
                      De boer was zo blij, dat hij Pinokkio vrij liet. Pinokkio rende weg zo hard hij
                      kon en hij stopte niet voordat hij in het bos kwam waar de fee woonde.
                      Maar Pinokkio kon nergens het hutje van de fee vinden. Wel zag hij een marm-
                      eren grafsteen. Pinokkio las de letters die in het marmer waren gebeiteld:
                      “HIER LIGT DE FEE. ZIJ STIERF VAN VERDRIET OMDAT PINOK-
                                   KIO NIET NAAR HAAR WILDE LUISTEREN”.

                      OPDRACHTEN (1)

                      1. Luister naar de tekst en antwoord op de vragen van uw docent.

                      2. Lees de tekst. Kijk de woordenlijst door en zoek de woorden die u niet kent in
                      uw woordenboek op: modderig, spuwen, de afstand, overeind komen, vastzitten,
                      het ijzer: men moet het ~ smeden als het heet is, ijzeren, de klem, urenlang, de boer,
                      degene, diegene, datgene: ~ wat waar is, is eenvoudig, hetgeen: ~ waar is, is eenvou-
                      dig, de ketting, de kom, geven: dat geeft niet, afspreken, de afspraak, vliegensvlug, het
                      marmer, marmeren, de graafsteen, beitelen, ze is er niet, de boodschap overbrengen,
                      de groeten doen (van).

                      3. Deel de tekst in. Schrijf de sleutelwoorden in. Vertel de tekst met behulp van
                      uw indeling en de sleutelwoorden na.

                                                                                                          174




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com