Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 22 стр.

UptoLike

Составители: 

22
Bert is weer thuis. Het was fijn in de auto, mama. Het is leuk om melkman te
zijn. Ik mag nog eens mee. Bert trekt zijn jas uit en hangt hem op. Dan gaat
hij naar Kees. Stil loopt Bert de trap op.
Kees slaapt weer. Bert ziet de schaal met fruit. “Wat lekker, denkt hij. Dan
gaat hij weer weg.
Mama, Kees slaapt. Wat is hij rood, mam!”
Dat komt van de griep, Bert.”
Ik wil ook ziek zijn.”
“Wat? Wil jij ziek zijn?”
Ja, mam. Ik lust ook wel een banaan.”
HUISWERK
1. Woordenlijst:
rood красный; het hoofd голова; vuurrood красный, как огонь; de tong
язык; uit/steken высунуть; schrijven писать; het briefje записка, справка,
банкнота; wat staat daar? что там написано?; naast рядом; de fles бутылка;
niet eens даже не, nog eens ещё раз; vies 1. грязный, 2. невкусный; (de) wol
шерсть; de deken одеяло; zich vervelen скучать; het spel игра; schuiven
двигать; het stukje кусочек; heen en weer туда и сюда; voor/doen
показывать, как делать; de banaan банан; de peer груша; uit/trekken
снимать; op/hangen вешать; hij loopt de trap op он поднимается по лестнице;
(het) fruit фрукты; denken думать.
2. Aanvullende woordenlijst:
hij heeft koorts у него высокая температура; het recept рецепт; de medicijn
лекарство; de medicijn in/nemen принимать лекарство; het drankje
микстура; onderzoeken обследовать; wat mankeert hem? что с ним?; de
mond рот; vertellen рассказывать.
3. Antwoord op de volgende vragen:
1. Waarom ligt Kees in bed? 2. Wat mankeert hem? 3. Heeft hij koorts? Belt mama de
dokter? 4. Wat doet de dokter? 5. Krijgt Kees een recept van de dokter? 6. Moet hij
medicijnen innemen? 7. Verveelt hij zich? 8. Wat krijgt Kees van zijn moeder? 9.
Wat doet Bert als (когда) hij terugkomt? 10. Waarom wil Bert ook ziek zijn?
4. Vertel de tekst na.
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      Bert is weer thuis. “Het was fijn in de auto, mama. Het is leuk om melkman te
                      zijn. Ik mag nog eens mee.” Bert trekt zijn jas uit en hangt hem op. Dan gaat
                      hij naar Kees. Stil loopt Bert de trap op.
                      Kees slaapt weer. Bert ziet de schaal met fruit. “Wat lekker,” denkt hij. Dan
                      gaat hij weer weg.

                      “Mama, Kees slaapt. Wat is hij rood, mam!”
                      “Dat komt van de griep, Bert.”
                      “Ik wil ook ziek zijn.”
                      “Wat? Wil jij ziek zijn?”
                      “Ja, mam. Ik lust ook wel een banaan.”



                      HUISWERK

                      1. Woordenlijst:
                      rood – красный; het hoofd – голова; vuurrood – красный, как огонь; de tong –
                      язык; uit/steken – высунуть; schrijven – писать; het briefje – записка, справка,
                      банкнота; wat staat daar? – что там написано?; naast – рядом; de fles – бутылка;
                      niet eens – даже не, nog eens – ещё раз; vies – 1. грязный, 2. невкусный; (de) wol
                      – шерсть; de deken – одеяло; zich vervelen – скучать; het spel – игра; schuiven
                      – двигать; het stukje – кусочек; heen en weer – туда и сюда; voor/doen –
                      показывать, как делать; de banaan – банан; de peer – груша; uit/trekken –
                      снимать; op/hangen – вешать; hij loopt de trap op – он поднимается по лестнице;
                      (het) fruit – фрукты; denken – думать.

                      2. Aanvullende woordenlijst:
                      hij heeft koorts – у него высокая температура; het recept – рецепт; de medicijn
                      – лекарство; de medicijn in/nemen – принимать лекарство; het drankje –
                      микстура; onderzoeken – обследовать; wat mankeert hem? – что с ним?; de
                      mond – рот; vertellen – рассказывать.

                      3. Antwoord op de volgende vragen:
                      1. Waarom ligt Kees in bed? 2. Wat mankeert hem? 3. Heeft hij koorts? Belt mama de
                      dokter? 4. Wat doet de dokter? 5. Krijgt Kees een recept van de dokter? 6. Moet hij
                      medicijnen innemen? 7. Verveelt hij zich? 8. Wat krijgt Kees van zijn moeder? 9.
                      Wat doet Bert als (когда) hij terugkomt? 10. Waarom wil Bert ook ziek zijn?

                      4. Vertel de tekst na.

                                                                                                     22




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com