Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 23 стр.

UptoLike

Составители: 

23
5. Leer de niet-onderwerpsvormen van de persoonlijke voornaamwoorden:
ik (k) mij me wij (we) ons
jij (je) jou je jullie jullie
u u u u
hij (ie) hem ‘m
zij (ze) haar r, d’r zij (ze) hen, hun ze
het (t) het, ‘t
6. Vertaal in het Nederlands:
1. Моя подруга Света больна. Что с ней? У неё высокая температура и кашель.
Она лежит в постели. Мама вызывает (bellen) врача. Врач приходит. Он
обследует её. Он говорит:Открой рот, покажи язык и скажи: аааУ тебя
грипп. Ты должна три дня лежать в постели и принимать лекарства.” Свете
нельзя выходить на улицу (naar buiten). Ей скучно. Мы навещаем её. Мы
покупаем для неё фрукты. Но нам нельзя с ней разговаривать, ведь у неё
грипп. 2. Дай мне грушу. 3. Он видит их. 4. Я этого не знаю. 5. Я расскажу
вам всё. 6. Мы подарим тебе словарь.
12. DE VERHUISAUTO
Het is heel vroeg. Een, twee, drie, vier, vijf, zes De klok slaat zes keer. De
buurt slaapt nog. Het is stil op straat. Er is geen mens te zien, zelfs geen hond
en geen poes.
Maar kijk daar eens! In ййn huis is het licht aan. Voor het raam staat Ankie. Ze
is vroeg wakker. Weet je waarom? Ze gaat vandaag naar een nieuw huis.
Mama, papa, Bob! De verhuisauto komt er aan!”
Papa komt naast Ankie staan. Dat is de verhuisauto niet, zegt hij. Die komt
pas om acht uur. Kom mee naar de keuken, Ankie. Daar staat brood klaar en
een glas melk.”
Mama en Bob zijn al in de keuken. Wat is het leeg en kaal! Er staat zelfs geen
stoel meer. De tafel is ook al weg. Bob zit op de grond en mama op een kist.
Ankie lacht: “Wat gek!”
Het is acht uur. Toet, toet. Daar is de verhuisauto. Ankie rent naar buiten. Ze
klimt in de verhuisauto. Bob ook. Ze rennen in de auto rond. Wat is hij groot,
hи Ank? Nou en of, er moet ook veel in.”
Kijk, roept Bob, daar is de tafel. En de kast, de bank en mijn step. En
mijn bed, roept Ankie.
Frank en Maud kijken ook. “Wat raar, Ank, zegt Maud, nu woon je niet
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      5. Leer de niet-onderwerpsvormen van de persoonlijke voornaamwoorden:

                      ik (‘k)    mij    me           wij (we)              ons        —
                      jij (je)   jou    je           jullie       jullie         —
                      u          u      —            u            u              —
                      hij (ie)   hem    ‘m
                      zij (ze)   haar   ‘r, d’r      zij (ze)              hen, hun           ze
                      het (‘t)     —    het, ‘t

                      6. Vertaal in het Nederlands:
                      1. Моя подруга Света больна. Что с ней? У неё высокая температура и кашель.
                      Она лежит в постели. Мама вызывает (bellen) врача. Врач приходит. Он
                      обследует её. Он говорит: “Открой рот, покажи язык и скажи: ааа… У тебя
                      грипп. Ты должна три дня лежать в постели и принимать лекарства.” Свете
                      нельзя выходить на улицу (naar buiten). Ей скучно. Мы навещаем её. Мы
                      покупаем для неё фрукты. Но нам нельзя с ней разговаривать, ведь у неё
                      грипп. 2. Дай мне грушу. 3. Он видит их. 4. Я этого не знаю. 5. Я расскажу
                      вам всё. 6. Мы подарим тебе словарь.


                                                  12. DE VERHUISAUTO

                      Het is heel vroeg. Een, twee, drie, vier, vijf, zes… De klok slaat zes keer. De
                      buurt slaapt nog. Het is stil op straat. Er is geen mens te zien, zelfs geen hond
                      en geen poes.
                      Maar kijk daar eens! In ййn huis is het licht aan. Voor het raam staat Ankie. Ze
                      is vroeg wakker. Weet je waarom? Ze gaat vandaag naar een nieuw huis.
                      “Mama, papa, Bob! De verhuisauto komt er aan!”
                      Papa komt naast Ankie staan. “Dat is de verhuisauto niet,” zegt hij. “Die komt
                      pas om acht uur. Kom mee naar de keuken, Ankie. Daar staat brood klaar en
                      een glas melk.”
                      Mama en Bob zijn al in de keuken. Wat is het leeg en kaal! Er staat zelfs geen
                      stoel meer. De tafel is ook al weg. Bob zit op de grond en mama op een kist.
                      Ankie lacht: “Wat gek!”
                      Het is acht uur. Toet, toet. Daar is de verhuisauto. Ankie rent naar buiten. Ze
                      klimt in de verhuisauto. Bob ook. Ze rennen in de auto rond. ”Wat is hij groot,
                      hи Ank?” “Nou en of, er moet ook veel in.”
                      “Kijk,” roept Bob, “daar is de tafel. En de kast, de bank en mijn step.” “En
                      mijn bed,” roept Ankie.
                      Frank en Maud kijken ook. “Wat raar, Ank,” zegt Maud, “nu woon je niet

                                                                                                    23




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com