ВУЗ:
Составители:
Рубрика:
29
De stoet stopt bij het plein. Daar komt de tent te staan.
Ankie kijkt om zich heen. Waar is de winkel? Ze weet het niet meer. Bob weet
het ook niet. Ineens is hij bang. “Ik wil naar huis,” huilt hij.
“Kom maar,” zegt Ankie gauw. “Ik weet de weg wel.” Maar dat is niet waar.
Ankie wil niet dat Bob huilt. Daarom zegt ze maar wat. Moet ze naar links?
Of moet ze naar rechts?
Daar loopt een mevrouw. Ankie rent naar haar toe.
“Mevrouw! Mevrouw! Ik moet naar de Bloemstraat. Weet u die?”
De mevrouw blijft staan. Ze lacht: “Daar woon ik ook. Ik woon op elf en jij?”
“Op vier,” zegt Ankie.
“Kom dan maar met mij mee. Dan breng ik je wel.”
Wat een bof. Nu zijn ze gauw thuis. Mama komt naar buiten. “Daar zijn jullie
eindelijk! Waar zijn jullie geweest? Waar is de melk en de kaas?”
Ankie krijgt een kleur. Ze vertelt van Otto en van circus O-ki-do. Mama snapt
het wel. ”Het was een beetje dom van jullie. Je kent de buurt nog niet.” Mama
zucht: “Dan maar geen kaas op het brood.”
HUISWERK
1. Woordenlijst:
voorop – впереди; blazen – дуть; de trompet – труба; de stoet – колонна, шествие,
свита; de aap – обезьяна; de vrouw – женщина; lijken (op) – быть похожим
(на), казаться; (het) goud – золото; de beer – медведь; alleen – 1. один, сам 2.
только; de tent - палатка; het plein – площадь; ineens – вдруг; bang zijn (voor)
– бояться (кого-л., чего-л.); huilen – плакать; waar – правдивый; daarom –
поэтому; rechts – справа; brengen – здесь: отвести; de bof: wat een bof! – какое
везение!; eindelijk – наконец; de kleur – цвет: een ~ krijgen – покраснеть; snap-
pen – разг.: понимать; een beetje – немножко; dom – глупый; kennen – знать;
zuchten – вздыхать.
2. Aanvullende woordenlijst:
de druppel – капля; de zaak – дело; de verklaring – объяснение; nergens – нигде;
eigen – собственный; over/koken (melk) – убежать (о молоке).
3. Vertaal in het Russisch:
1. Ze wijst haar de weg naar de Bloemstraat. 2. Hij wijst op een fout. 3. Ik zal je laten
zien hoe je dat moet doen. 4. Ze lijkt sprekend op haar moeder. 5. Ze lijken op elkaar
als twee druppels water. 6. Dat lijkt ma
ar zo. 7. De zaak (/tekst) lijkt gemakkelijk.
8.
Dat lijkt nergens naar. 9. Dat lijkt heel wat. 10. Let op uw woorden! 11. Let op de
melk, anders kookt die over! 12. De docente geeft een verklaring. Allen letten goed
op. 13. De kinderen letten niet op de meester. 14. Let op je eigen zaken!
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
De stoet stopt bij het plein. Daar komt de tent te staan.
Ankie kijkt om zich heen. Waar is de winkel? Ze weet het niet meer. Bob weet
het ook niet. Ineens is hij bang. “Ik wil naar huis,” huilt hij.
“Kom maar,” zegt Ankie gauw. “Ik weet de weg wel.” Maar dat is niet waar.
Ankie wil niet dat Bob huilt. Daarom zegt ze maar wat. Moet ze naar links?
Of moet ze naar rechts?
Daar loopt een mevrouw. Ankie rent naar haar toe.
“Mevrouw! Mevrouw! Ik moet naar de Bloemstraat. Weet u die?”
De mevrouw blijft staan. Ze lacht: “Daar woon ik ook. Ik woon op elf en jij?”
“Op vier,” zegt Ankie.
“Kom dan maar met mij mee. Dan breng ik je wel.”
Wat een bof. Nu zijn ze gauw thuis. Mama komt naar buiten. “Daar zijn jullie
eindelijk! Waar zijn jullie geweest? Waar is de melk en de kaas?”
Ankie krijgt een kleur. Ze vertelt van Otto en van circus O-ki-do. Mama snapt
het wel. ”Het was een beetje dom van jullie. Je kent de buurt nog niet.” Mama
zucht: “Dan maar geen kaas op het brood.”
HUISWERK
1. Woordenlijst:
voorop – впереди; blazen – дуть; de trompet – труба; de stoet – колонна, шествие,
свита; de aap – обезьяна; de vrouw – женщина; lijken (op) – быть похожим
(на), казаться; (het) goud – золото; de beer – медведь; alleen – 1. один, сам 2.
только; de tent - палатка; het plein – площадь; ineens – вдруг; bang zijn (voor)
– бояться (кого-л., чего-л.); huilen – плакать; waar – правдивый; daarom –
поэтому; rechts – справа; brengen – здесь: отвести; de bof: wat een bof! – какое
везение!; eindelijk – наконец; de kleur – цвет: een ~ krijgen – покраснеть; snap-
pen – разг.: понимать; een beetje – немножко; dom – глупый; kennen – знать;
zuchten – вздыхать.
2. Aanvullende woordenlijst:
de druppel – капля; de zaak – дело; de verklaring – объяснение; nergens – нигде;
eigen – собственный; over/koken (melk) – убежать (о молоке).
3. Vertaal in het Russisch:
1. Ze wijst haar de weg naar de Bloemstraat. 2. Hij wijst op een fout. 3. Ik zal je laten
zien hoe je dat moet doen. 4. Ze lijkt sprekend op haar moeder. 5. Ze lijken op elkaar
als twee druppels water. 6. Dat lijkt maar zo. 7. De zaak (/tekst) lijkt gemakkelijk.
8. Dat lijkt nergens naar. 9. Dat lijkt heel wat. 10. Let op uw woorden! 11. Let op de
melk, anders kookt die over! 12. De docente geeft een verklaring. Allen letten goed
op. 13. De kinderen letten niet op de meester. 14. Let op je eigen zaken!
29
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
Страницы
- « первая
- ‹ предыдущая
- …
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- …
- следующая ›
- последняя »
