Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 31 стр.

UptoLike

Составители: 

31
valt. Au! Au! Haar arm doet pijn. Mama, mama!”
Daar komt mama al aan. Ze schrikt als ze Ankie ziet. Wat ziet ze bleek! “Wat
is er? Mijn arm!”
Doet je arm pijn? Jaja, huilt Ankie.
Mama kijkt naar het touw. Ze snapt het al. O, o, dat circus!
Maud kijkt sip. Bob en Frank ook. Wat een pech. Weg is de pret. Ankie moet
gauw naar de dokter.
HUISWERK
1. Woordenlijst:
het bord доска, табличка, тарелка; kosten стоить; best: hij wil ~ - здесь: он
очень хочет; de pop кукла; het gras трава; de emmer ведро; omlaag
вниз; goed zo! молодец!; (in de handen) klappen хлопать (в ладоши); echt
настоящий; (het) ijs лёд; het ijsje мороженое (порция); eng узкий, жутко;
wild дикий: niet te ~ doen, hoor! но смотри, не слишком шали (/ увлекайся)!;
naar binnen внутрь (в дом, комнату); steeds постоянно, nog ~ - всё ещё; het
koord верёвка, шнур; net als точно так же, как; durven осмеливаться, dat
durf ik best я точно не испугаюсь; deed простое прош. время от doen; de voet
нога (стопа); breed широкий; (de) lijm клей; toe dan! ну, давай же!; de
lip губа; de stap шаг; breken ломаться, рваться, разбиваться; de arm
рука (выше запястья); de pijn боль, doet het pijn? больно?; schrikken
пугаться; bleek бледный; wat is er? что случилось? в чём дело?; sip
удручённый; de pech неудача, невезение; de pret веселье, удовольствие,
забава.
2. Aanvullende woordenlijst:
reageren реагировать; de voorstelling представление; de kneuzing ушиб;
de breuk перелом.
3. Vertaal in het Russisch:
1. Dat kost veel tijd. 2. Ik wil het hebben, koste wat het kost. 3. Ik heb het erg druk
met mijn studie. 4. Ik heb (altijd) pech. 5. Dat noem ik pech hebben. 6. Wat hadden
we een pret! 7. Hij doet dat voor de pret. 8. Je laat me schrikken.
4. Nevengeschikte zinnen (сложносочинённые предложения).
De voegwoorden en (и, а), want (так как), maar (но), of (или) veroorzaken geen
inversie: 1. Het eten is klaar en ze gaan aan tafel. 2. Allen slapen nog, maar Ankie is
al op. 3. Kees ligt in bed want hij is ziek. 4. We gaan naar de film, of we gaan naar een
museum.
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      valt. “Au! Au!” Haar arm doet pijn. “Mama, mama!”
                      Daar komt mama al aan. Ze schrikt als ze Ankie ziet. Wat ziet ze bleek! “Wat
                      is er?” “Mijn arm!”
                      “Doet je arm pijn?” “Ja…ja,” huilt Ankie.
                      Mama kijkt naar het touw. Ze snapt het al. O, o, dat circus!
                      Maud kijkt sip. Bob en Frank ook. Wat een pech. Weg is de pret. Ankie moet
                      gauw naar de dokter.


                      HUISWERK

                      1. Woordenlijst:
                      het bord – доска, табличка, тарелка; kosten – стоить; best: hij wil ~ - здесь: он
                      очень хочет; de pop – кукла; het gras – трава; de emmer – ведро; omlaag –
                      вниз; goed zo! – молодец!; (in de handen) klappen – хлопать (в ладоши); echt –
                      настоящий; (het) ijs – лёд; het ijsje – мороженое (порция); eng – узкий, жутко;
                      wild – дикий: niet te ~ doen, hoor! – но смотри, не слишком шали (/ увлекайся)!;
                      naar binnen – внутрь (в дом, комнату); steeds – постоянно, nog ~ - всё ещё; het
                      koord – верёвка, шнур; net als – точно так же, как; durven – осмеливаться, dat
                      durf ik best – я точно не испугаюсь; deed простое прош. время от doen; de voet
                      – нога (стопа); breed – широкий; (de) lijm – клей; toe dan! – ну, давай же!; de
                      lip – губа; de stap – шаг; breken – ломаться, рваться, разбиваться; de arm –
                      рука (выше запястья); de pijn – боль, doet het pijn? – больно?; schrikken –
                      пугаться; bleek – бледный; wat is er? – что случилось? в чём дело?; sip –
                      удручённый; de pech – неудача, невезение; de pret – веселье, удовольствие,
                      забава.

                      2. Aanvullende woordenlijst:
                      reageren – реагировать; de voorstelling – представление; de kneuzing – ушиб;
                      de breuk – перелом.

                      3. Vertaal in het Russisch:
                      1. Dat kost veel tijd. 2. Ik wil het hebben, koste wat het kost. 3. Ik heb het erg druk
                      met mijn studie. 4. Ik heb (altijd) pech. 5. Dat noem ik pech hebben. 6. Wat hadden
                      we een pret! 7. Hij doet dat voor de pret. 8. Je laat me schrikken.

                      4. Nevengeschikte zinnen (сложносочинённые предложения).
                      De voegwoorden en (и, а), want (так как), maar (но), of (или) veroorzaken geen
                      inversie: 1. Het eten is klaar en ze gaan aan tafel. 2. Allen slapen nog, maar Ankie is
                      al op. 3. Kees ligt in bed want hij is ziek. 4. We gaan naar de film, of we gaan naar een
                      museum.

                                                                                                           31




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com