Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 41 стр.

UptoLike

Составители: 

41
ga je uitnodigen? Waar trakteer je ze op? Kan je koken? Gebruik onder andere ook:
de verjaardag; vieren; bakken; de taart; de koek; het koekje; een flesje wijn; kopen;
een lekker kopje thee (/koffie) drinken; smullen; over van alles en nog wat praten.)
22. RUZIE
Vandaag kunnen Daan en Marieke niet buiten spelen. Het regent al de hele
dag.
Daan probeert een paard te tekenen. Maar het lukt niet. Hij heeft het al vijf
keer gedaan. Kwaad smijt hij zijn viltstift weg. Stomme viltstift, bromt Daan.
Hij stopt zijn handen in zijn zakken. Boos loopt hij door de kamer.
Marieke geeft de planten water. Ze loopt voorzichtig. De gieter is erg vol.
Daan botst tegen haar aan, met opzet, omdat hij boos is. Mariekes kleren zijn
meteen drijfnat.
Kijk uit wat je doet, sufferd! roept ze.
Kan me niets schelen, bromt Daan. Ik ben kletsnat! klaagt Marieke.
Kan me toch niets schelen, bromt Daan weer. Dat droogt wel.”
Marieke wordt steeds bozer. “Wat een rotjoch! denkt ze. Ze loopt naar Daan
toe en keert de gieter om. Juist boven zijn hoofd. Nu is Daan ook nat. Klet-
snat! Snertmeid! gilt hij. Kijk mijn trui nou eens!”
Rotjoch! roept Marieke terug. Dat droogt wel! En blijf uit mijn buurt!”
Daan stampt van woede.
Marieke loopt naar de kraan. Ze gaat opnieuw water halen. Ze denkt: “Zal ik
het weer over zijn kop gooien, of gewoon op de planten?”
Daan denkt: “Zal ik haar nog eens duwen? Of zal ik het niet meer doen?”
Net als de gieter weer vol is, komt oma thuis. Ze heeft boodschappen gedaan.
“Willen jullie een beker melk? vraagt ze.
Ziet oma niets? Ziet ze niet hoe nat Daan en Marieke zijn? Hoe boos ze kijken?
Of doet oma maar alsof?
HUISWERK
1. Woordenlijst:
de ruzie - ссора, ruzie maken (met) - ссориться (с); lukken - удаваться; vijf keer
- пять раз; kwaad - сердитый, злой: ~ zijn/worden (op, om) - (рас)сердиться
(на); dat (hij/dit plan) is nog zo kwaad niet - это не так уж плохо; het kwaad зло,
dat kan geen kwaad - это не повредит; (weg/)smijten - швырять; de viltstift
фломастер; stom глупый, безмолвный; boos - злой, сердитый: boos zijn/ wor-
den/ maken; de plant - растение: de planten water geven - поливать; voorzichtig
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      ga je uitnodigen? Waar trakteer je ze op? Kan je koken? Gebruik onder andere ook:
                      de verjaardag; vieren; bakken; de taart; de koek; het koekje; een flesje wijn; kopen;
                      een lekker kopje thee (/koffie) drinken; smullen; over van alles en nog wat praten.)


                                                        22. RUZIE

                      Vandaag kunnen Daan en Marieke niet buiten spelen. Het regent al de hele
                      dag.
                      Daan probeert een paard te tekenen. Maar het lukt niet. Hij heeft het al vijf
                      keer gedaan. Kwaad smijt hij zijn viltstift weg. “Stomme viltstift,” bromt Daan.
                      Hij stopt zijn handen in zijn zakken. Boos loopt hij door de kamer.
                      Marieke geeft de planten water. Ze loopt voorzichtig. De gieter is erg vol.
                      Daan botst tegen haar aan, met opzet, omdat hij boos is. Mariekes kleren zijn
                      meteen drijfnat.
                      “Kijk uit wat je doet, sufferd!” roept ze.
                      “Kan me niets schelen,” bromt Daan. “Ik ben kletsnat!” klaagt Marieke.
                      “Kan me toch niets schelen,” bromt Daan weer. “Dat droogt wel.”
                      Marieke wordt steeds bozer. “Wat een rotjoch!” denkt ze. Ze loopt naar Daan
                      toe en keert de gieter om. Juist boven zijn hoofd. Nu is Daan ook nat. Klet-
                      snat! “Snertmeid!” gilt hij. “Kijk mijn trui nou eens!”
                      “Rotjoch!” roept Marieke terug. “Dat droogt wel! En blijf uit mijn buurt!”
                      Daan stampt van woede.
                      Marieke loopt naar de kraan. Ze gaat opnieuw water halen. Ze denkt: “Zal ik
                      het weer over zijn kop gooien, of gewoon op de planten?”
                      Daan denkt: “Zal ik haar nog eens duwen? Of zal ik het niet meer doen?”
                      Net als de gieter weer vol is, komt oma thuis. Ze heeft boodschappen gedaan.
                      “Willen jullie een beker melk?” vraagt ze.
                      Ziet oma niets? Ziet ze niet hoe nat Daan en Marieke zijn? Hoe boos ze kijken?
                      Of doet oma maar alsof?

                      HUISWERK

                      1. Woordenlijst:
                      de ruzie - ссора, ruzie maken (met) - ссориться (с); lukken - удаваться; vijf keer
                      - пять раз; kwaad - сердитый, злой: ~ zijn/worden (op, om) - (рас)сердиться
                      (на); dat (hij/dit plan) is nog zo kwaad niet - это не так уж плохо; het kwaad – зло,
                      dat kan geen kwaad - это не повредит; (weg/)smijten - швырять; de viltstift –
                      фломастер; stom – глупый, безмолвный; boos - злой, сердитый: boos zijn/ wor-
                      den/ maken; de plant - растение: de planten water geven - поливать; voorzichtig –

                                                                                                       41




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com