Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 54 стр.

UptoLike

Составители: 

54
запретный плод сладок; doe je best, daar kun je later de ~en van plukken - ста-
райся, позже это окупится/ пригодится; wij doen alles en zij plukken er de ~en
van - мы всё делаем, а они пользуются результатами нашего труда; beleefd -
вежливо: hij was ~ tegen ons; ik verzoek u ~ om spoedig antwoord - убедительно
прошу вас ответить как можно быстрее; niet helemaal - не совсем; verdienen -
зарабатывать, заслуживать: ieder krijgt wat hij verdient; daar is wat (/niets) aan te
verdienen - на этом можно кое-что (нельзя ничего) заработать; ik weet niet
waar ik dit allemaal aan verdiend heb - чем я всё это заслужил; wat goed van
jou! - здесь: какой ты молодец!; denk eraan - не забудь; streng - строгий; zwer-
en (zwoer/ -en - gezworen) - клясться: ik doe het, dat zweer ik je; zweer dat je de
waarheid spreekt! omhoog/steken поднимать вверх; tevreden - довольный.
2. Ken je de vormen van de volgende werkwoorden? Zoniet, zoek die op.
tellen, verdienen, kosten, juichen, beloven, werken.
geven, weten, laten, wassen, denken, steken.
3. Vertaal in het Russisch:
1. Iedereen merkt dat zij bedenkelijk kijkt. 2. De meester kijkt streng. 3. De moeder
kijkt niet blij. 4. De juf kijkt verbaasd. 5. De kinderen kijken heel tevreden.
4. Vul het voltooid deelwoord in:
1. Hij heeft dat niet (beloven). 2. Ik heb er nog niet over (nadenken). 3. Ze
h
ebben wat geld aan de ouders (vragen). 4. Heb je de auto al (wassen)?
5.
Niemand heeft dat (weten). 6. Wat heeft die taart (kosten)? 7. Vorige week
(на прошлой неделе) is mama jarig (zijn). Wij hebben haar een mooie bloes
(geven). 8. Hij heeft er veel geld aan (verdienen).
5. Stel 10 vragen over de tekst.
6. Vertel de tekst na.
7. Vertaal in het Nederlands:
1. Она говорит, ч
то это большая тайна. 2. Давай купим для неё цветы.
3.
Все (iedereen) знают, что запретный плод сладок. 4. Я думаю, что ты всё
это заслужила. 5. Если это тайна, то я не хочу этого знать. 6. На этом он
может заработать много денег. 7. Я понимаю, почему у них такой довольный
вид. 8. Когда я что-нибудь обещаю, то я это и делаю (, dan ook). 9. Кто
больше работает, тот (die) больше и зарабатывает. 10. Я знаю, что это совсем
не нужно (nodig zijn).
8. Conversatie
1. Je vriend is binnenkort jarig. Wat ga je hem geven? Waarom?
2. Wat vind je van mensen die veel beloven en weinig of helemaal niets doen? (houden)
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      – запретный плод сладок; doe je best, daar kun je later de ~en van plukken - ста-
                      райся, позже это окупится/ пригодится; wij doen alles en zij plukken er de ~en
                      van - мы всё делаем, а они пользуются результатами нашего труда; beleefd -
                      вежливо: hij was ~ tegen ons; ik verzoek u ~ om spoedig antwoord - убедительно
                      прошу вас ответить как можно быстрее; niet helemaal - не совсем; verdienen -
                      зарабатывать, заслуживать: ieder krijgt wat hij verdient; daar is wat (/niets) aan te
                      verdienen - на этом можно кое-что (нельзя ничего) заработать; ik weet niet
                      waar ik dit allemaal aan verdiend heb - … чем я всё это заслужил; wat goed van
                      jou! - здесь: какой ты молодец!; denk eraan - не забудь; streng - строгий; zwer-
                      en (zwoer/ -en - gezworen) - клясться: ik doe het, dat zweer ik je; zweer dat je de
                      waarheid spreekt! omhoog/steken – поднимать вверх; tevreden - довольный.

                      2. Ken je de vormen van de volgende werkwoorden? Zoniet, zoek die op.
                      tellen, verdienen, kosten, juichen, beloven, werken.
                      geven, weten, laten, wassen, denken, steken.

                      3. Vertaal in het Russisch:
                      1. Iedereen merkt dat zij bedenkelijk kijkt. 2. De meester kijkt streng. 3. De moeder
                      kijkt niet blij. 4. De juf kijkt verbaasd. 5. De kinderen kijken heel tevreden.

                      4. Vul het voltooid deelwoord in:
                      1. Hij heeft dat niet … (beloven). 2. Ik heb er nog niet over … (nadenken). 3. Ze
                      hebben wat geld aan de ouders … (vragen). 4. Heb je de auto al … (wassen)?
                      5. Niemand heeft dat … (weten). 6. Wat heeft die taart … (kosten)? 7. Vorige week
                      (на прошлой неделе) is mama jarig … (zijn). Wij hebben haar een mooie bloes …
                      (geven). 8. Hij heeft er veel geld aan … (verdienen).

                      5. Stel 10 vragen over de tekst.

                      6. Vertel de tekst na.

                      7. Vertaal in het Nederlands:
                      1. Она говорит, что это большая тайна. 2. Давай купим для неё цветы.
                      3. Все (iedereen) знают, что запретный плод сладок. 4. Я думаю, что ты всё
                      это заслужила. 5. Если это тайна, то я не хочу этого знать. 6. На этом он
                      может заработать много денег. 7. Я понимаю, почему у них такой довольный
                      вид. 8. Когда я что-нибудь обещаю, то я это и делаю (…, dan … ook). 9. Кто
                      больше работает, тот (die) больше и зарабатывает. 10. Я знаю, что это совсем
                      не нужно (nodig zijn).

                      8. Conversatie
                      1. Je vriend is binnenkort jarig. Wat ga je hem geven? Waarom?
                      2. Wat vind je van mensen die veel beloven en weinig of helemaal niets doen? (houden)

                                                                                                       54




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com