Lectuur voor beginners: Книга для домашнего чтения по нидерландскому языку. Пода И.З - 69 стр.

UptoLike

Составители: 

69
красивый бумажный фонарик. Продавец красиво упаковал его. 3. Они
вручили (дали) Виму подарок и сказали:Поздравляем с днём рождения.”
Когда Вим распаковал подарок, то увидел фонарик и свечу. Как красиво!
Большое спасибо.”
6. Conversatie:
Aan wie zou je de volgende cadeautjes kunnen geven?
De speelgoedauto, het speelgoedgeweer (ружьё), de voetbal, de pop, de poppen-
wagen (кукольная коляска), het poppenhuis, de puzzel, de trui, het boek, een flesje
parfum (флакон духов), de das, het overhemd (рубашка).
39. VOORJAARSWEER
Regent het nu of sneeuwt het? vroeg Marga vanonder haar paraplu aan
Frans. De regen sneeuwt en de sneeuw regent, zei Frans lachend. Ze keken
naar de lucht, waar twee wolken elkaar plaagden; een zwarte en een witte
wolk.
“Wacht maar, ik gooi je met sneeuw, riep de zwarte.
En ik giet water over je heen, riep de witte wolk.
“Weet je wat pa altijd zegt? zei Marga. Als twee honden vechten om een
been, gaat de derde er mee heen.”
En wie is de derde? vroeg Frans.
Toen brak de zon tussen de twee wolken door. Ze zette haar vriendelijkste
gezicht op. Daardoor werd alles lekker warm. Ze veranderde met haar warme
stralen de sneeuwvlokken en regendruppels in plassen. En vууr het water in
de grond kon zakken was het al verdampt. En de damp veranderde weer in
sneeuw en regendruppels.
HUISWERK
1. Woordenlijst:
het voorjaar весна; vanonder из-под; de paraplu зонтик; de wolk туча;
wachten (op) ждать (кого-л., чего-л.); gieten лить; vechten драться; het
been 1. нога (выше ступни) 2. кость (не рыбья); door/breken пробиться; de
zon солнце; op/zetten (de hoed, de bril) одевать (шляпу, очки); veranderen
(in) изменяться, превращаться (в); de straal луч; de sneeuwvlok снежинка;
de plas лужа; voor = voordat - прежде чем; zakken здесь: впитываться;
verdampen испаряться; de damp пар.
2. Aanvullende woordenlijst:
PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com
                      красивый бумажный фонарик. Продавец красиво упаковал его. 3. Они
                      вручили (дали) Виму подарок и сказали: ”Поздравляем с днём рождения.”
                      Когда Вим распаковал подарок, то увидел фонарик и свечу. “Как красиво!
                      Большое спасибо.”

                      6. Conversatie:
                      Aan wie zou je de volgende cadeautjes kunnen geven?
                      De speelgoedauto, het speelgoedgeweer (ружьё), de voetbal, de pop, de poppen-
                      wagen (кукольная коляска), het poppenhuis, de puzzel, de trui, het boek, een flesje
                      parfum (флакон духов), de das, het overhemd (рубашка).


                                               39. VOORJAARSWEER

                      “Regent het nu of sneeuwt het?” vroeg Marga vanonder haar paraplu aan
                      Frans. “De regen sneeuwt en de sneeuw regent,” zei Frans lachend. Ze keken
                      naar de lucht, waar twee wolken elkaar plaagden; een zwarte en een witte
                      wolk.
                      “Wacht maar, ik gooi je met sneeuw,” riep de zwarte.
                      “En ik giet water over je heen,” riep de witte wolk.
                      “Weet je wat pa altijd zegt?” zei Marga. “Als twee honden vechten om een
                      been, gaat de derde er mee heen.”
                      “En wie is de derde?” vroeg Frans.
                      Toen brak de zon tussen de twee wolken door. Ze zette haar vriendelijkste
                      gezicht op. Daardoor werd alles lekker warm. Ze veranderde met haar warme
                      stralen de sneeuwvlokken en regendruppels in plassen. En vууr het water in
                      de grond kon zakken was het al verdampt. En de damp veranderde weer in
                      sneeuw en regendruppels.

                      HUISWERK

                      1. Woordenlijst:
                      het voorjaar – весна; vanonder – из-под; de paraplu – зонтик; de wolk – туча;
                      wachten (op) – ждать (кого-л., чего-л.); gieten – лить; vechten – драться; het
                      been – 1. нога (выше ступни) 2. кость (не рыбья); door/breken – пробиться; de
                      zon – солнце; op/zetten (de hoed, de bril) – одевать (шляпу, очки); veranderen
                      (in) – изменяться, превращаться (в); de straal – луч; de sneeuwvlok – снежинка;
                      de plas – лужа; voor = voordat - прежде чем; zakken – здесь: впитываться;
                      verdampen – испаряться; de damp – пар.

                      2. Aanvullende woordenlijst:

                                                                                                     69




PDF created with pdfFactory Pro trial version www.pdffactory.com